Wanneer je content gaat creëren, kun je gebruik maken van drie verschillende leerobjecten, een drill, story of toets. Als je deze samen wilt gebruiken, kun je een cursus aanmaken. Maar wat zijn deze verschillende onderdelen en wanneer gebruik je ze?
Door middel van het stellen van vragen leert de deelnemer de kenniselementen van dit onderwerp. Het beantwoorden van de vragen zorgt ervoor dat de beheersingsscore van de deelnemers omhoog gaat. Wanneer hij een score heeft van 100%, kun je er vanuit gaan dat een deelnemer de kennis beheerst die hij moet beheersen. De score zakt over tijd naar beneden, wat betekent dat de deelnemer terug moet komen om de score op een goed niveau te behouden.
Als je een drill wilt maken waarmee je daadwerkelijk de juiste informatie aanleert, kun je gebruik maken van de 10 drill design principles. Deze principes leggen uit waar je aan moet denken bij het maken van een goede drill. Wil je daarna nog een stapje verder gaan met leren over het schrijven van goede vragen? Klik dan hier.
Drillster is een adaptieve applicatie en maakt gebruik van vraaggestuurd leren. Vraaggestuurd leren zorgt ervoor dat een deelnemer actief met de stof aan de slag gaat en de benodigde kennis opbouwt en onderhoudt. Een drill is niet gelijk aan een toets. In een drill beantwoordt een deelnemer verschillende vragen over verschillende kenniselementen binnen één onderwerp. Door het lezen van de antwoorden en de directe feedback die hierop volgt, leert de deelnemer wat de juiste informatie is en waarom dat juist is. Lees hier meer over goed gebruiken van feedback. In een drill maakt het dus niet uit of een deelnemer fouten maakt. Het gaat om het léren, niet om het controleren. Hoe meer een deelnemer bezig is met het beantwoorden van de vragen, hoe beter hij de informatie leert en hoe minder fouten hij zal maken.
Een story kan op veel verschillende manieren gebruikt worden. Terwijl je in de drill de need-to-know informatie zet, kun je met een story voor de flow vóór, tussen en na verschillende drills zorgen.
Let wel op, de score van een drill geeft ook al aan of de deelnemer de stof beheerst. Daarnaast zorgt het algoritme van Drillster ervoor dat het percentage langzaam naar beneden zakt, gelijk met de vergeetcurve van de deelnemer. Daardoor kun je op verschillende momenten zien wat de beheersing van de stof is bij een deelnemer. Een toets maakt geen gebruik van dat algoritme, maar is een momentopname van de beheersing van de kennis van de deelnemer.
0 Opmerkingen